Spritsen en kaneel, twee heerlijke producten. Kaneel; fluweelzacht, iets pittig van smaak en lekker zoet. En de sprits? Bros, krokant, knapperig, zoet. Romig van smaak. Ik houd ervan. Deze kaneelspritsen maak je in een handomdraai, maar zorg ervoor dat het deeg niet te koud is. Je krijgt het dan moeilijk uit je spuitzak en dat is niet handig.
Kaneelspritsen:
- 115g roomboter op kamertemperatuur
- 70g witte basterdsuiker
- 1g zout
- 30g lauwwarme melk
- 150g patentbloem
- 5g gemalen kaneel
- extra kaneel om te bestrooien
Zet de oven op 160°C, boven- en onderwarmte.
Draai de roomboter met basterdsuiker en zout zalvig. Verwarm de melk, bijvoorbeeld in de magnetron en voeg dit toe aan de boter. Draai door tot het mengsel fluweelzacht is. Meng hier bloem en kaneel (5g) met de hand doorheen. Met de hand mengen zorgt voor wat extra warmte in het deeg. Dan spuit het straks makkelijker op de bakplaat.
Vul een spuitzak met eerst een grof gekartelde spuitmond (nummer 7). Doe het deeg in de spuitzak. Spuit rechte kleine streepjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Uit dit recept haal je ongeveer 28 koekjes.
Bak in ca. 25 minuten af.
Na het afbakken schuif je de koekjes inclusief bakpapier van de plaat op het aanrecht. Schuif ze dicht bij elkaar en bestrooi de nog warme koekjes met kaneel. Laat ze afkoelen voordat je je tanden erin zet!